Spits Katja Snoeijs over het EK voor mannen en de Olympische Spelen voor vrouwen

Het voetballeven van OranjeLeeuwin Katja Snoeijs draait maar om één ding: goals maken. Dat doet ze dan ook veel en graag, bij haar club Bordeaux én bij Oranje. Komende zomer wil ze schitteren tijdens de Olympische Spelen in Tokio. Daarnaast hoopt ze natuurlijk dat het Nederlands mannenelftal Europees Kampioen wordt. “Het is mooi dat Wout Weghorst er definitief bij zit, hij doet het hartstikke goed.”

3 basisplaatsen in Oranje, 7 doelpunten. De statistieken die OranjeLeeuwin Katja Snoeijs (24) kan overleggen, spreken tot de verbeelding. Opvallend: alle goals zijn gemaakt in het laatste kwartaal van 2020. Maar om vorig jaar nu een droomjaar te noemen, gaat Snoeijs wat te ver. “Eigenlijk ben ik al jaren behoorlijk constant met mijn statistieken. 2020 was hooguit de bevestiging dat ik op de goede weg ben.”

En inderdaad, wie haar loopbaan onderzoekt, ziet dat Snoeijs altijd en overal scoort. Bij Telstar, vv Alkmaar, PSV én Girondins de Bordeaux bewijst ze zich als een ware doelpuntenmachine. Ze omschrijft zichzelf dan ook als ‘een doelgerichte aanvaller’. “Ik kan goed positie kiezen in en om de zestien meter, weet regelmatig kansen voor mezelf te creëren. Daarnaast ben ik iemand die graag uitzakt om tussen de linies mee te voetballen. Wel ben ik niet de grootste en de sterkste, ik ben dan ook veel bezig met mijn fysiek, hoe ik slim met mijn lichaam kan omgaan om de bal vast te houden.”

Van linksback naar spits
Sinds Katja Snoeijs de overstap maakte naar het vrouwenvoetbal, is ze centrumspits. “Ik voetbal al sinds mijn vijfde, ben begonnen bij Sporting Martinus in Amstelveen. Mijn hele jeugd heb ik in jongensteams gevoetbald. Dan stond ik echter meestal aan de linkerkant, soms zelfs linksback. Nooit heb ik me in die tijd serieus beziggehouden met profvoetbal.” Pas na haar overstap naar Fortuna Wormerveer, toen ze zeventien was, werd duidelijk dat ze meer in haar mars had. Als spits werd ze in 2015 gescout door Telstar, dat later opging in vv Alkmaar.

Haar carrière kwam snel verder in de lift te zitten toen ze in haar eerste seizoen in Alkmaarse dienst topscorer werd van de eredivisie. Het duurde niet lang voordat PSV bij haar kwam aankloppen. “Daar heb ik twee mooie seizoenen gehad,” vertelt Snoeijs. “In het eerste seizoen heb ik vanuit Noord-Holland heen en weer gereisd naar Eindhoven, omdat ik de ALO-opleiding (Academie voor Lichamelijke Opvoeding) volgde in Amsterdam. In het tweede seizoen kon ik in Eindhoven stage lopen, daarom ben ik er ook gaan wonen.”

Genieten van het leven
Inmiddels woont Snoeijs zo’n slordige duizend kilometer verderop, in Mérignac om precies te zijn, een voorstadje van Bordeaux. De Franse grootmacht was een van de clubs die zich bij haar zaakwaarnemer meldden nadat ze aangaf na PSV open te staan voor een buitenlands avontuur. “Het was wel vreemd, want door corona kon ik Bordeaux niet bezoeken. Alles moest online. Toch was het gevoel bij de club al meteen heel goed. Ze hadden mooie plannen, zo spraken ze de intentie uit om bij de top drie in Frankrijk te horen. Voor mij hadden ze daarbij een belangrijke rol weggelegd. Ze wilden niet alleen dat ik doelpunten zou maken, maar ook dat ik internationale ervaring aan het jonge Franse team zou toevoegen.”

Bijna een seizoen later kun je de conclusie trekken dat haar missie al is geslaagd. “We gaan met Bordeaux derde worden in de competitie, achter de sterke teams van Olympique Lyon en PSG. Met tot nu toe negen doelpunten heb ik daaraan een mooie bijdrage kunnen leveren.” Het leven in de Zuidwest-Franse stad bevalt haar ook nog eens goed. “De omgeving is mooi en het weer is vaak prima. De mensen genieten er van het leven, zijn minder gestrest dan in Nederland. Alles is veel relaxter.”

Olympische Spelen
Veel tijd om te relaxen heeft Snoeijs zelf overigens niet, want eind juli staat mogelijk een absoluut hoogtepunt in haar loopbaan op het programma: de Olympische Spelen in het Japanse Tokio. “Dat moet iets heel speciaals worden. Met Oranje willen we voor de medailles gaan, maar een eindtoernooi is altijd lastig, je moet echt elke wedstrijd presteren om de finale te halen. Daar komt nog eens bij dat het de Olympische Spelen zijn, een toernooi dat eens in de vier jaar plaatsvindt. Elk land doet er alles aan om dan top te zijn. Op het oog hebben we misschien een redelijk gunstige poule, met China, Brazilië en Zambia, maar we zullen echt ons niveau moeten halen om die door te komen. Daarna hangt het ook een beetje af van de loting. Hoe dan ook zullen de Verenigde Staten een geduchte concurrent worden.”

Wout Weghorst
Voor het zover is, zal Snoeijs aan de buis gekluisterd zitten om de verrichtingen van haar mannelijke collega’s in het oranje shirt te volgen. “Ook zij kunnen ver komen natuurlijk. Maar hetzelfde geldt voor hen als voor ons: op het moment zelf moet alles kloppen, ze moeten de aanwezige kwaliteiten omzetten in resultaten. Iets wat in de voorbije periode niet altijd is gelukt. Naast de verrichtingen van Nederland volg ik die van de Fransen komend EK op de voet, dat team is enorm gegroeid de afgelopen jaren. Ik beschouw ze als een van de grote favorieten.”

Binnen het Nederlands Elftal kijkt ze vooral graag naar Frenkie de Jong, maar ook naar haar positiegenoten. “Het is mooi dat spits Wout Weghorst meegaat naar het EK. In mijn ogen zit hij nu op zijn top. In de afgelopen seizoenen heeft hij het hartstikke goed gedaan.”

Stijgende lijn
Snoeijs’ eigen focus is uiteraard volledig gericht op Tokio. “Eerst wil ik de competitie in Frankrijk goed afsluiten, daarna ga ik er alles aan doen om bij de selectie te zitten.” Dat wordt een mooie uitdaging, aan de ene kant omdat er bij de Olympische Spelen slechts 18 speelsters mee mogen in plaats van 23 bij een ‘normaal eindtoernooi’, aan de andere kant omdat bij Oranje niet de minste spitsen rondlopen.

“Zo staat Vivianne Miedema op mijn positie, zij is er natuurlijk al heel lang bij.” Maar Katja Snoeijs is hoopvol en strijdbaar. “Ik merk dat ik steeds meer speelminuten krijg bij Oranje, soms speel ik ook samen met Vivianne. Er zit dus een stijgende lijn in mijn ontwikkeling, dat bevestigt de bondscoach ook. Het is nu aan mij om zo te presteren dat ze niet meer om me heen kan.”

Klant: EK Special
Publicatiedatum: juni 2021